JURYRAPPORT CHARLOTTE KÖHLER PRIJZEN 1997

Architectuur

TOM FRANTZEN

JURY
A.N. ter Braak
M. Grote Gansey
M.J.M. Van Rooy
W. SütÖ
N. Verdonk

In 1995 studeert Tom Frantzen, op zijn vierentwintigste jaar, cum laude af als bouwkundig ingenieur aan de TU in Eindhoven. Hij heeft dan al een aantal architectonische ontwerpen op zijn naam staan. In 1990 won hij een ontwerpwedstrijd van 't Groninger Landschap voor een Vogelobservatietoren in de Dollard. Een jaar later kreeg hij een eervolle vermelding voor een uitkijktoren in een prijsvraag van de stichting Het Brabantse Landschap. In 1993 bouwt hij voor het eerst daadwerkelijk iets, namelijk een vakantiehuisje voor zijn ouders. Het klinkt allemaal triviaal, maar wie de loopbaan van de grote architecten bestudeert, ontdekt dat zij allen op eenzelfde manier zijn begonnen met een vogelhuisje voor de buren, of een badkamer voor een vriend.
Achter de schijnbaar eenvoudige ontwerpen van Tom Frantzen verschuift zich een rusteloos wroeten naar de essentie van het vak. In de bevlogenheid die hij daarbij aan de dag legt, concentreert hij zich op het werk van de Dadaïsten en vooral op dat van Kurt Schwitters. Volgens Dada moest de kunst zijn vitaliteit terugkrijgen die hem door de abstractie van de tijd was ontglipt. Dada zag het leven zelf als een artistiek avontuur. De vroege creaties van Tom Frantzen verwijzen vaak letterlijk naar de gebouwde idealen van de Dadaïsten, zoals naar de Merzbau van Kurt Schwitters. De theoretische fundamenten van de avant-garde in de jaren tussen de twee wereldoorlogen, wordt door deze jury nog steeds beschouwd als een waardevolle inspiratie voor ook de hedendaagse architectuur. De inzending van Tom Frantzen voor Europan 4, met Osdorp als locatie (hij maakte het ontwerp samen met Didier Hendriks en Marco Vlemmix), toont een venijnige kritiek op de verwaterde moderne beweging, die de woningbouw in de abstracte polderlandschappen-laat verworden tot even abstracte woonlandschappen. Hier wordt een leegte in het kwadraat gemaakt; de bewoners worden in erbarmelijke wijken opgesloten. Alleen een forse injectie die Osdorp op zijn grondvesten doet trillen, kan uitkomst bieden. Tom Frantzen ontwierp een revolutionair, theoretisch model dat in niets herinnert aan de schaal en de functies van de bestaande Osdorpbouw. Een reusachtige rood-witte kubus die als een multifunctionele steen in de Osdorp-vijver wordt gesmeten. De jury waardeert het radicale plan omdat het getuigt van onconventionele geestkracht en een vraagstuk aan de kaak stelt waarmee niet alleen Osdorp te kampen heeft.
Ook op het alledaagse schaalniveau heeft het werk van Tom Frantzen bijzondere kwaliteit. Voor de stad Tilburg ontwierp hij een antiparkeerpaaltje dat rekening houdt met de ergernis van stratenmakers. Ronde paaltjes laten zich lastig 'straten', zoals het invoegen in het plaveisel heet. Frantzen plaatste het ronde paaltje op een kruisvormige voet die precies tussen de voegen van vier tegels of klinkers past.
Zo is het werk van Tom Frantzen in minstens drie opzichten voorbeeldig. De wijze waarop hij zijn opvattingen historisch-analytisch fundeert, de conceptuele kracht die hij tentoonspreidt bij de renovatie van een door het modernisme gemaltraiteerde stadswijk, en de praktische genialiteit die hij laat zien bij zoiets simpels als een parkeerpaaltje.

> publicaties